Mogen God u zegenen Met die dingen die u doet


Jezus

 

Jezus, Koning der Koningen

Jezus God heb u ook lief neem vandaag nog Jezus Christus aan al enige ware verlosser   

  • Hij is Gods geliefde Zoon.>> 1  <- Klik om de tekst te tonen.
  • Zijn Naam is Jezus.>> 2 
  • Hij is Immanuel, God met ons.>> 3 
  • Hij schiep de hemel en aarde. Alles is door Hem en voor Hem gemaakt.>> 4 
  • Hij is de Schepper van alle dingen.>> 5 
  • Hij is de Alfa en de Omega. Het begin en het eind.>> 6 
  • Elke knie zal voor Hem buigen.>> 7 
  • Hij is de Koning der Koningen en Here der heren.>> 8 
  • Hij is de Mensenzoon.>> 9 
  • Hij is door God verheerlijkt.>> 10 
  • Hij leeft in eeuwigheid.>> 11 
  • Hij heeft ogen als vlamend vuur en voeten als van brons.>> 12 
  • Hij doorgrondt het hart en ziel van de mens.>> 13 
  • Hij heeft de zeven geesten van God en de zeven sterren.>> 14 
  • Hij zit naast de God de Vader op de troon.>> 15 
  • Hij is Almachtig.>> 16 
  • Hij is Amen.>> 17 
  • Hij is Koning.>> 18 
  • Hij is de hoogste Herder.>> 19 
  • Hij is de Hoeksteen.>> 20 
  • Hij is de Wonderbare raadsman.>> 21 
  • Hij is de Sterke God.>> 22 
  • Hij is de Eeuwige Vader.>> 23 
  • Hij is de Vredevorst.>> 24 
  • Hij is de het stralende Licht.>> 25 
  • Hij is de eerste en de laatste.>> 26 
  • Hij is de Voorloper.>> 27 
  • Hij is de Hogepriester voor eeuwig.>> 28 
  • Hij is de Koning der Joden.>> 29 
  • Hij is de Wetgever.>> 30 
  • Hij is het Lam.>> 31 
  • Hij is Gods Profeet.>> 32 
  • Hij is de Vorst en Heerser over de naties.>> 33 
  • Hij is de Koning der eeuwen.>> 34 
  • Hij is de Leeuw uit de stam Juda.>> 35 
  • Hij is de Here der heerlijkheid.>> 36 
  • Hij is de Here onze gerechtigheid.>> 37 
  • Hij is de Heer van de hemelse machten.>> 38 
  • Hij is Gods enige Zoon.>> 39 
  • Hij is de Rots.>> 40 
  • Hij is de Zoon van de Gezegende.>> 41 
  • Hij is het ware Licht.>> 42 
  • Hij is de ware Wijnstok.>> 43 
  • Hij is het Woord van God.>> 44 
  • Hij is Heilig en betrouwbaar.>> 45 
  • Hij is zachtmoedig en nederig van hart.>> 46 
  • Hij is de weg.>> 47 
  • Hij is de Waarheid.>> 48 
  • Hij is het Lam van God.>> 49 
  • Hij is de genezer.>> 50 
  • Hij is de bevrijder.>> 51 
  • Hij is de betrouwbare getuige, de eerstgeborene van de doden, de heerser over de vorsten van de aarde.>> 52 
  • Hij is de Laatste Adam.>> 53 
  • Hij is onze Advocaat.>> 54 
  • Hij is geboren uit een maagd, verwekt door de Heilige Geest.>> 55 
  • Hij is de apostel en hogepriester van ons geloof.>> 56 
  • Hij is de autheur en voltooier van ons geloof.>> 57 
  • Hij is de Bevrijder van Israël.>> 58 
  • Hij is de betrouwbare Getuige.>> 59 
  • Hij is de Uitverkorene Gods.>> 60 
  • Hij is de goede Herder.>> 61 
  • Hij is onze grote Hogepriester.>> 62 
  • Hij is het Hoofd van de kerk.>> 63 
  • Hij is de enige Erfgenaam.>> 64 
  • Hij is de Heilige en Rechtvaardige.>> 65 
  • Hij is de Heilige van God.>> 66 
  • Hij is de Heilige van Israël.>> 67 
  • Hij is de Hoorn van redding.>> 68 
  • Hij is Ik Ben.>> 69 
  • Hij is het beeld van God.>> 70 
  • Hij is de Rechtvaardige.>> 71 
  • Hij is het Paaslam.>> 72 
  • Hij is de Heiland.>> 73 
  • Hij is de overste van de koningen der aarde.>> 74 
  • Hij is het Leven.>> 75 
  • Hij is het Licht der wereld.>> 76 
  • Hij is de Deur.>> 77 
  • Hij is de door God gezonden Messias.>> 78 
  • Hij is de bereider van onze redding.>> 79 
  • Hij is het Brood des Levens.>> 80 
  • Hij heeft alle macht op hemel en op aarde.>> 81 
  • Hij is de verheven en Enige heerser.>> 82 
  • Hij getuigd voor de Zijnen, ten overstaan van de Vader en de engelen.>> 83 
  • Hij beloond een ieder naar zijn daden.>> 84 
  • Hij bevrijdt zijn volk van zonden.>> 85 
  • Hij kocht de mensen met Zijn bloed.>> 86 
  • Hij heeft de sleutels van de dood en van het dodenrijk.>> 87 
  • Hij is de eeuwige redder.>> 88 
  • Hij is de Koning der koningen.>> 89 
  • Hij is de Heer over alles.>> 90 
  • Hij is de opstanding en het leven.>> 91 
  • Hij is God.>> 92 
  • Hij is de Christus.>> 93 
  • Hij is het eeuwige leven.>> 94 

 

 

 

 

Is Jezus Christus de zoon van God?

 

 

 

Beloften van Jezus
 
Joh 1:51 ‘Waarachtig, ik verzeker jullie,’ voegde hij eraan toe, ‘jullie zullen de hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de Mensenzoon.’
 
Joh 4:13-14 ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,’ zei Jezus, ‘maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’
 
Joh 7:38 “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’
 
Mat 5:3-12 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.
 
Mat 5:17-18 Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. 18 Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn.
 
Mat 6:33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.
 
Luc 6:35-36 Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is. Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.
 
Luc 12:32 Vrees niet, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie het koninkrijk willen schenken.
 
Mat 6:34 Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.
 
Mat 18:18-20 Ik verzeker jullie: al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn. Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren. Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’
 
Mat 17:20 Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’
 
Luc 17:6 De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen.
 
Mar 9:23 Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’
 
Mar 11:22-24 Jezus zei tegen hen: ‘Heb vertrouwen in God. Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren. Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen.
 
Joh 14:12-15 Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen. Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden.
 
Mat 18:19-20 Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren. Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’
 
Joh 15:5,7 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. 7 Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren.
 
Joh 16:23-24 Dan hoeven jullie mij niets meer te vragen. Maar ik verzeker jullie: wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – hij zal het je geven. Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd, maar vraag het en je zult het ontvangen. Dan zal je vreugde volmaakt zijn.
 
Joh 7:16-17 Jezus zei: ‘Wat ik onderwijs heb ik niet van mijzelf, maar van hem die mij gezonden heeft. Wie ernaar streeft te doen wat God wil, zal weten of mijn leer van God komt of dat ik namens mezelf spreek.
 
Joh 8:32 U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’
 
Joh 8:51 Waarachtig, ik verzeker u: als iemand mijn woord bewaart zal hij de dood nooit zien.’
 
Joh 11:25-26 Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’
 
Luc 10:19-20 Bedenk wel: ik heb jullie de macht gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht van de vijand te breken, zodat niets jullie kan schaden. Verheug je er echter niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.’
 
Mar 16:17-18 Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’
 
Luc 12:2 Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden.
 
Joh 10:27-30 Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en ik zijn één.’
 
Mat 11:28-30 Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
 
Luc 21:18 Maar geen haar van je hoofd zal verloren gaan.
 
Mar 10:29-31 Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die broers of zusters, moeder, vader of kinderen, huis of akkers heeft achtergelaten omwille van mij en het evangelie, zal het honderdvoudige ontvangen: in deze tijd broers en zusters, moeders en kinderen, huizen en akkers, al zal dat gepaard gaan met vervolging, en in de tijd die komt het eeuwige leven. Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.’
 
Mar 4:25 Want wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen.’
 
Mat 23:12 Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.
 
Joh 14:25-28 Dit alles zeg ik tegen jullie nu ik nog bij jullie ben. Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat ik tegen jullie gezegd heb. Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. Jullie hebben toch gehoord dat ik zei dat ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je me liefhad zou je blij zijn dat ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan ik.
 
Joh 16:12-13 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat.
 
Joh 16:22-23 Jullie hebben nu verdriet, maar ik zal jullie terugzien, en dan zul je blij zijn, en niemand zal je je vreugde afnemen. Dan hoeven jullie mij niets meer te vragen. Maar ik verzeker jullie: wat je de Vader ook vraagt in mijn naam – hij zal het je geven.
 
Joh 14:16-18 Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven. Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.
 
Luc 11:9-10 Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan.
 
Luc 11:28 Maar hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’
 
Mat 12:50 Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.’
 
Mat 9:29 Daarop raakte hij hun ogen aan en zei: ‘Zoals u gelooft, zo zal het ook gebeuren.’
 
Mat 10:19 Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven.
 
Mat 10:29-33 Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. Iedereen die mij zal erkennen bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal ook ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel.
 
Mat 10:39 Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden.
 
Joh 20:23 Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’
 
Mar 9:41 Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden.
 
Luc 6:38 Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’
 
Joh 6:35 ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.
 
Joh 7:37-38 Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’
 
Joh 6:40 Dit wil mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat ik hen op de laatste dag uit de dood zal opwekken.’
 
Joh 6:37 Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen,
 
Joh 6:45 Het staat geschreven in de Profeten: “Zij zullen allemaal door God onderricht worden.” Iedereen die naar de Vader luistert en van hem leert komt bij mij.
 
Joh 14:21 Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief. Wie mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en mij ontvangen, en ik zal mij aan hem bekendmaken.’
 
Mat 15:13 Hij antwoordde: ‘Elke plant die niet door mijn hemelse Vader is geplant, zal met wortel en al worden uitgerukt.
 
Joh 14:23 Jezus antwoordde: ‘Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.
 
Mat 28:20 En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
 
Mat 10:22 Jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn naam; maar wie standhoudt tot het einde zal worden gered.
 
Luc 24:49 Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’
 
 
 
 
ezus is God
 
Wie is Jezus? Wat zei men over hem en wat zei hij over zichzelf?
 
De door velen gerespecteerde christen apologeet C.S. Lewis zei over Jezus:
 
"Ik probeer hier te voorkomen dat iemand de werkelijk dwaze uitspraak doet die mensen vaak over Hem doen: 'Ik ben bereid om Jezus te accepteren als een groots moreel leraar, maar ik accepteer niet zijn claim dat Hij God is.' Dat is de éne uitspraak die we niet kunnen doen. Een man die niets meer was dan dat, een man, maar die het soort dingen zei die Jezus zei zou geen groots moreel leraar zijn. Hij zou ofwel een gek zijn - op het niveau van de man die beweert een gekookt ei te zijn - ofwel de Duivel van de Hel. Je moet een keuze maken. Of deze man was, en is, de Zoon van God; of hij was een gek of iets ergers. Je kan Hem opsluiten als een idioot, je kan naar Hem spugen en Hem als een demon opsluiten; of je kan aan zijn voeten neervallen en Hem Heer en God noemen. Maar laten we niet beginnen met die neerbuigende onzin over wat een groots menselijk leermeester Hij was. Hij heeft die optie niet aan ons opengelaten. Dat was niet zijn bedoeling." – Onversneden Christendom
 
Jezus aangeduid als God
 
Het meest belangrijke wat we over Jezus kunnen vaststellen is dat hij één van de drie personen van de Godheid is. God openbaart zich als één God in drie verschillende personen. God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Het is het mysterie wat de drie-eenheid wordt genoemd. Deze drie zijn onafscheidelijk en vormen een volmaakte eenheid.
 
Dat Jezus ook als God is geopenbaard, komt onder andere naar voren in de volgende versen. In Johannes hoofdstuk 1 staat:
 
Joh 1: Vers 1-4 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.
 
Het Woord was er al in het begin, het Woord was bij God (de Vader) en het Woord was God.
Ook wordt over het Woord gezegd dat alles wat bestaat door het Woord is ontstaan. Dat Jezus ook de schepper van hemel en aarde is komt verderop nog duidelijk naar voren.
Het volgende vers laat zien dat met het Woord ook echt Jezus wordt bedoeld die een mens is geworden. Hij heeft de grootheid van God geopenbaard door zijn leven en is de enige Zoon van de Vader.
Dat hij als enige Zoon van de Vader genoemd wordt wijst er ook op dat hij van hetzelfde wezen is, als God de Vader.
 
Joh 1: Vers 14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
 
Nogmaals wordt de Zoon als God genoemd in vers 16. De tekst "die aan het hart van de Vader rust" geeft aan dat hij nauw verbonden is met de Vader.
 
Joh 1: Vers 16 Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
 
God over Jezus
 
In de volgende verzen wordt Jezus door God als "mijn geliefde Zoon" aangesproken
 
Mar 1:9-11 In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’
 
Mat 17:1-8 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als u wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.’ Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!’ Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: ‘Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.’ Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen.
 
In Hebreeën 1 vers 8 staat dat God zijn Zoon met God aanspreekt.
 
Heb 1:8 Maar tegen de Zoon zegt hij: ‘God, uw troon houdt stand tot in alle eeuwigheid, en de scepter van het recht is de scepter van uw koningschap.
 
Anderen over Jezus als God
 
Joh 5:18 Vanaf dat moment probeerden de Joden hem te doden, omdat hij niet alleen de sabbat ondermijnde, maar bovendien God zijn eigen Vader noemde, en zichzelf zo aan God gelijkstelde.
 
Joh 10:33 ‘Voor een goede daad zullen we u niet stenigen,’ antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: u bent een mens, maar u beweert dat u God bent!’
 
Mat 16:13-17 Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel.
 
Jezus laat zichzelf God noemen zonder te corrigeren
 
Joh 20:28 Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’
 
God heeft door/met Jezus alles geschapen
 
Joh 1:3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.
 
Heb 1:2 maar nu de tijd ten einde loopt heeft hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die hij heeft aangewezen als enig erfgenaam en door wie hij de wereld heeft geschapen.
 
1 Kor 8:6 wij weten: er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven.
 
Kol 1:13-20 Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.
Beeld van God, de onzichtbare, is hij,
eerstgeborene van heel de schepping:
in hem is alles geschapen,
alles in de hemel en alles op aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
vorsten en heersers, machten en krachten,
alles is door hem en voor hem geschapen.
Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem.
Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk.
Oorsprong is hij,
eerstgeborene van de doden,
om in alles de eerste te zijn:
in hem heeft heel de volheid willen wonen
en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen,
alles op aarde en alles in de hemel,
door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.
 
Jezus werd een mens
 
Jezus hield zijn gelijkheid aan God niet vast. Hij koos ervoor om als mens naar de aarde te komen om zo mensen vrij te kopen van de dood.
 
Fil 2: 6-11 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.
 
In Israël offerden men dieren om vergeving van zonden te kunnen krijgen.
Dit deden ze omdat God hun dit had opgedragen.
Het bloed van dieren kan echter geen blijvende vergeving van zonden geven.
Het was slechts een voorafschaduwing van het perfecte offer van Christus.
Maar er staat staat geschreven:
 
Heb 10:4-7 bloed van stieren en bokken kan mensen onmogelijk van hun zonden bevrijden. Daarom zegt Christus bij zijn komst in de wereld:
‘Offers en gaven hebt u niet verlangd,
maar u hebt mij een lichaam gegeven;
brand- en reinigingsoffers behaagden u niet.
Toen heb ik gezegd: “Hier ben ik,”
want dit staat in de boekrol over mij geschreven:
“Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’
 
Het doel van Jezus om als mens naar de aarde te komen is om mensen van hun zonden te bevrijden. Hiervoor moest hij 100% mens worden. Het verschil tussen Jezus en andere mensen is dat hij door de Heilge Geest verwekt is bij de maagd Maria. Jezus was een mens, zoals de mens was voor de zondeval. Hierdoor kon hij door zijn leven te geven het perfecte offer brengen. Het enige offer waardoor zonden vergeven kunnen worden.
Dat Jezus als mens kwam staat duidelijk in de volgende versen:
 
Rom 5:17 Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus.
 
Rom 5:17 De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God.
 
Hebr 4:14 Nu wij een hooggeplaatste hogepriester hebben die de hemel is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten we vasthouden aan het geloof dat we belijden. Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.
 
Hebr 4:14 Er zijn veel dwaalleraren in de wereld verschenen die de komst van Jezus Christus als mens niet belijden. Dat nu is de verleider, de antichrist!
 
Jezus het eeuwige leven
 
Joh 17:3 Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus.
 
Rom 6:23 Het loon van de zonde is de dood, maar het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.
 
1 Joh 1:2 Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan, we verkondigen u het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is.
 
1 Joh 5:20 We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de Waarachtige te kennen. En wij zijn in de Waarachtige, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, hij is het eeuwige leven.
 
Joh 3:16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
 
Zonder Jezus geen leven
 
1 Joh 2:23 Ieder die de Zoon niet erkent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon erkent, heeft ook de Vader.
 
1 Joh 5:10 Wie in de Zoon van God gelooft, draagt het getuigenis in zich. Wie God niet gelooft, maakt hem tot leugenaar, omdat hij geen geloof hecht aan het getuigenis dat God over zijn Zoon gegeven heeft.
 
1 Joh 5:23 Dan zal iedereen de Zoon eer betuigen zoals men de Vader eert. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet die hem gezonden heeft.
 
1 Joh 4:2 De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld.
 
1 Joh 4:14 En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld. Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God.
 
1 Joh 5:12 Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.
 
2 Joh 1:9 Wie niet bij de leer van Christus blijft maar verder wil gaan, heeft God niet. Wie bij die leer blijft, heeft zowel de Vader als de Zoon.
 
Joh 3:18 Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon.
 
Joh 14:6 Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.
 
Jezus rechter van hemel en aarde
 
Uiteindelijk zullen we voor de rechter van hemel en aarde komen te staan. Dat is niemand minder dan de Heer Jezus.
We kunnen daarom niet om Jezus heen, hij is de door God aangewezen verlosser.
 
Joh 5:22 De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd.
 
Mat 25:31-45 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen:
“Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”
Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?” En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.” Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’
 
De hemel is niet te verdienen
 
We kunnen naar menselijke maatstaven een goed mens zijn. Ik ken goede mensen die er oprecht voor me willen zijn.
Toch kunnen we niet vertrouwen op onszelf om gered te worden. In het licht van een perfecte God blijken wij verre van perfect te zijn.
 
Pred 7:20 Er is geen mens op aarde die nooit zondigt, die alleen maar goed is en altijd rechtvaardig.
 
Rom 3:19-20 Wij weten dat de wet in alles wat hij zegt alleen tot degenen spreekt die aan de wet zijn onderworpen. Maar uiteindelijk wordt ieder mens het zwijgen opgelegd en staat de hele wereld schuldig voor God. Daarom is voor hem geen sterveling onschuldig omdat hij de wet naleeft, want juist de wet leert ons de zonde kennen.
 
Vrijspraak door Jezus
 
Rom 3:22-25 God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.
 
Hand 4:12 Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’
 
De oproep van Jezus
 
Nog altijd is de oproep van Jezus hetzelfde.
 
Mat 4:16 Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’
 
Deze oproep klinkt hier ook voor jou.
Geef je huidige leven op en neem Jezus aan als je verlosser.
Roep tot God vanuit je hart. Ontvang vandaag nog de kostbare vergeving van Jezus. Hij betaalde voor jou met zijn leven.
 
 

Voorschriften van Jezus

Joh 14:21 Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief. Wie mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en mij ontvangen, en ik zal mij aan hem bekendmaken.’

Op 22:14 Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan.

Mat 6:33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.

Mat 22:37 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.

Joh 13:34 Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.

Mat 19:6 ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’

Mat 22:39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.

Luc 6:27 Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten,

Luc 6:28 zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen.

Mat 7:12 Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.

Luc 6:36 Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.

Luc 6:37 Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden.

Mat 5:39 En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.

Mat 5:40 Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af.

Mat 5:25 Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet.

Mat 18:15 Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden.

Mat 5:24 laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen.

Mat 7:5 Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.

Mat 5:29 Als je rechteroog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt.

Mat 23:8 Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters.

Mat 23:10 Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de messias.

Mat 23:9 En noem niemand op aarde vader, want jullie hebben maar één vader, de Vader in de hemel.

Mat 7:13 Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang.

Mat 9:23 Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen.

Joh 21:22 Maar Jezus antwoordde: ‘Het is niet jouw zaak of hij in leven blijft totdat ik kom. Maar jij moet mij volgen.’

Mat 4:17 Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’

Mat 4:19 Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken.’

Luc 24:49 Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’

Mat 11:29 Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden,

Mat 10:27 Wat ik jullie in het duister zeg, spreek dat uit in het volle licht, en wat jullie in het oor gefluisterd wordt, schreeuw dat van de daken.

Mar 5:19 Dat stond hij hem niet toe, maar hij zei tegen hem: ‘Ga naar huis, naar uw eigen mensen, en vertel hun wat de Heer allemaal voor u heeft gedaan en hoe hij zich over u heeft ontfermd.’

Mat 28:19-20 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’

Mat 10:7-9 Ga op weg en verkondig: “Het koninkrijk van de hemel is nabij.” Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! Neem in je beurs geen gouden, zilveren of koperen munten mee,

Luc 10:7 Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere.

Mar 16:16-18 Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’

Mar 9:38-39 Johannes zei tegen hem: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken.

Mat 9:38 Vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.’

Luc 10:3 Ga op weg, en bedenk wel: ik zend jullie als lammeren onder de wolven.

Mat 10:16 Bedenk wel, ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif.

Mat 5:11-12 Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.

Luc 21:19 Red je leven door standvastigheid!

Mat 10:28 Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna.

Mat 10:19-20 Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het immers niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt.

Mar 4:24 Hij zei ook tegen hen: ‘Let goed op wat je hoort: met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden, en er zal je zelfs meer worden toebedeeld.

Mat 7:15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn.

Mat 7:6 Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren.

Luc 12:1 Intussen had er zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar hij richtte zich eerst tot zijn leerlingen: ‘Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën.

Mat 5:34 En ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren, noch bij de hemel, want dat is de troon van God,

Mat 6:16-18 Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Mat 6:5-6 En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Mat 6:9-13 Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.

Mat 6:7 Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden.

Mat 5:44 En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen,

Mar 11:25 Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.

Mar 11:24 Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen.

Mat 7:7 Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan.

Mat 10:8 Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!

Mat 6:1 Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet.

Luc 6:30 Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt.

Mat 5:42 Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen.

Luc 6:38 Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’

Mat 6:31 Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?”

Mat 6:19 Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen.

Mat 6:20-21 Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.

Mat 5:16 Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.

Mat 5:48 Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.